Regels en mijn hart volgen

Hoe meer regels, hoe groter de kans dat er ergens een regel tegen je eigen waardes in gaat. Wat doe je dan? Ga je mee met wat ‘men’ vindt dat je ‘moet’ of ‘hoort’ te doen? Of ga je tegen de regels in en zeg je wat je ervan vindt? Ik denk dat in dit overgeorganiseerde land iedereen wel eens een regel overtreedt.

 

Kansen

Op dit moment buitelen de kansen om te gaan staan voor wat ik vind over elkaar heen.

Ik loop steeds tegen regels aan die niet passen bij mijn waarden of mening, waarbij ik stevig neer mag zetten wat mijn mening is en waarom ik me niet aan de regels houd. Tijdens die rare afgelopen 3 jaar heb ik al veel geoefend, met minder goed tot steeds beter resultaat, maar nu merk ik het op de school van mijn dochters, op de nieuwe school van mijn dochter volgend jaar, maar ook op mijn eigen nieuwe opleiding en privé. Het geeft bij mij een intern conflict: ik wil graag aardig gevonden worden, maar ik wil nog liever leven naar mijn eigen waarden. Mijn ene innerlijke kind wil zich laten zien en zeggen wat ze te zeggen heeft, een ander innerlijk kind is bang voor de reacties. Bang voor de confrontatie als ik tegen de regels in ga. Bang om niet gehoord of begrepen te worden. Bang om alleen te komen te staan.

 

Anxiety

Ik voel daarbij anxiety; angstige onrust: mag ik wel voor mijn eigen waarden gaan staan? Ik voel mijn lichaam trillen, onrust van binnen, rond mijn hart trilt het onrustig en mijn hart klopt sneller. In mijn buik voel ik kramp, tot bovenaan toe, net onder mijn middenrif. Dit betekent al dat ik ga focussen, een soort tunnelvisie krijg en minder goed kan relativeren en afstemmen op de ander. Een normale stressreactie.

 

ZIJN of aanpassen

Ik zie hier veel parallellen uit mijn verleden: thuis werd mijn mening niet gevraagd of gehoord, tijdens mijn puberteit ben ik gepest, ik heb me ontworsteld uit de strenge regels van de kerk, tot voor kort wilde mijn familie nog steeds liever dat ik mijn mond hield over wat mij werkelijk bezig hield. De onzekerheid van ‘hoor ik er wel bij?’ en ‘ben ik anders?’ is eigenlijk een vraag ‘Mag ik er wel ZIJN? Ben ik wel goed genoeg? Mag ik zijn precies zoals ik ben? Of moet ik me aanpassen?’

 

Dankbaar

Ik ben inmiddels dankbaar voor deze oefeningen. Vroeger vond ik dergelijke innerlijke conflicten vreselijk. Ik wist niet wat ik ermee aan moest. Ik piekerde me suf. Over wat ik niet gedaan had, of juist wel gedaan had, wat ik wel wilde en hoe ik dat toch kon doen zonder tegenwerking. Of over de tegenwerking die ik had ontvangen. Of over het vermijden van die tegenwerking. Het liefst deed ik wat ik zelf wilde, zonder dat iemand zag dat het tegen welke (ongeschreven) regel dan ook inging. Nu denk ik ‘Yes, weer een mogelijkheid om te oefenen.’ Ik begrijp en voel steeds beter wat er gebeurt. En daardoor kan ik de stressreactie beter omvormen naar een meer open reactie. Dus kom maar op met die oefening, ik word er steeds beter in.

 

Ongemak

Tegenwoordig kan ik ZIJN bij het ongemak. Voelen hoe ongemakkelijk het voelt om te zeggen ‘ook al mag het niet van jou of van jouw organisatie, ik doe het toch’. ‘Ook al is het niet de weg die anderen kiezen, het pad dat de meeste mensen lopen, ik loop dit pad toch, want het is mijn pad.’ Mild zijn naar dit gevoel. Het is ok dat ik dit voel. Blijkbaar wil ik gewoon graag aardig gevonden worden. Dat is ok. Natuurlijk kan ik stoer doen en me erover heen zetten. Maar ik kan het ook voelen. Ik kies voor het tweede. Voelen wat er is. Er is die drang te zeggen wat ik vind, te doen wat ik goed vind, ook al gaat dat tegen de regels in. Én ik voel me ongemakkelijk. Ik doe het stiekem echt liever niet, tegen de regels ingaan. Telkens die afweging: wat doe ik? Luister ik naar mijn hart? Of loop ik de gebaande wegen? Telkens weer kiezen voor mijn hart. Én: choose your battles. Niet op elke rode lap reageren. Mild zijn. Compassie voor mezelf en mijn reacties.

 

Authentiek

Ik heb al een tijd geleden besloten dat ik zo authentiek mogelijk wil leven. Wil leven naar wat mijn hart me ingeeft. Telkens aan mijn hart vragen en mijn hoofd uitschakelen. Het brengt me steeds dichter op mijn eigen pad en dat is fijn. Én ik vind het nog steeds oprecht ook moeilijk om te zeggen wat ik vind. Én om daarna lief te zijn voor mezelf. Nog steeds denk ik achteraf vaak ‘ik had dit nog moeten zeggen. of dat. Of ik had het anders moeten zeggen zodat het beter overkomt’. Ook daar weer mild naar kijken. Met compassie. Het is ok. Wanneer ik écht nog iets belangrijks te melden heb, kan het altijd nog, ook later nog.

 

Keurslijf

Ik probeer minder regels te maken in ons huis. Natuurlijk hebben we gewoontes en regels. Ook regels in het verkeer bijvoorbeeld zijn maar wat makkelijk. Het gaat niet om regelloos door het leven gaan. Maar ik probeer er niet te zwaar aan te tillen. Het geen keurslijf te laten worden voor mijzelf. Dient het mij of ons gezin? Dan doen we het zo. Dient het ons niet (meer)? Dan doen we het niet (meer) zo.

 

Yin yang

Tijdens oefeningen bij het vak persoonlijke ontwikkeling in mijn opleiding hadden we het over innerlijk ongemak en had ik dit als onderwerp gekozen om mee te werken. Als symbool voor deze situaties koos ik het yin yang teken. In onze slaapkamer hangt een schilderij gemaakt van schelpen, gemaakt door een oud-collega van mij met het yin yang teken. Het symboliseert voor mij dat beide kanten er altijd mogen zijn. De anxiety, de angstige onrust, de moeilijke kanten van het leven én de fijne kanten van het leven, de fijne dingen, dingen waar ik dankbaar voor ben, die plezier opleveren. De moeilijke kanten horen erbij. Als ik ze uitvlak, verlies ik diepgang. Als ik doe alsof ze er niet zijn, mis ik ook een stuk persoonlijke ontwikkeling. Dan kan ik niet trots zijn op wat ik heb bereikt. Als het in balans is, word ik blij. Het geeft me een vrolijk, opgewekt en blij gevoel. Vanwege de balans. Het geeft me ook rust. Beide kanten ZIJN volledig aanwezig. Ze mogen er allebei helemaal ZIJN.